Skip to main content
Terug naar Praktijkvoorbeelden
Hoger onderwijs

eTwinning voor Teacher Educators

Op het eTwinning platform kunnen leraren-in-opleiding via een online project in contact komen met studenten in een ander land. Zo werken ze aan internationale competenties en hun persoonlijke ontwikkeling. Een van de lerarenopleiders die hiermee aan de slag is gegaan, is Frans Kranenburg van Hogeschool van Amsterdam. Hij vertelt over de ervaringen en de meerwaarde van het internationale contact.

class room
Frans Kranenburg met zijn klas
Frans Kranenburg van de HvA met zijn klas

‘Als je geen problemen tegenkomt, heb je niets geleerd’ 

Van origine is Frans Kranenburg biologiedocent op een internationale school. 25 jaar geleden begon hij bij Utrecht University met het begeleiden van docenten op een internationale lerarenopleiding voor tweetalig en internationaal onderwijs. “Mijn aandachtspunt was hoe je docenten voorbereid op een stage in het buitenland en hoe je kunt werken met studenten van een andere herkomst.” 

Op de Hogeschool van Amsterdam (HvA) kon hij daar een vervolg aan geven via de minor Teaching in English: the bilingual classroom. “De insteek is dat derdejaars studenten een andere taal en andere cultuur ervaren. Internationalisering is een belangrijk onderdeel van tweetalig onderwijs.” Via eTwinning kunnen studenten in een uitwisseling ervaren wat leerlingen vaak ervaren in tweetalig onderwijs: dat het niet altijd makkelijk is om je te redden in een vreemde taal, en je toch manieren kunt vinden om te communiceren. 

Partners gezocht 

De zoektocht naar partners ging niet van een leien dakje en duurde wel twee jaar. Het was niet eenvoudig om een passende lerarenopleiding te vinden, maar de match kwam uiteindelijk met een pabo in Italië en een universiteit in Zuid-Afrika. Bij beide instellingen vertelde Frans online in een collegezaal over het project om studenten over te halen mee te doen. “Voor mij is het belangrijkste dat studenten spreken met peers in het buitenland, zodat zij internationale competenties kunnen ontwikkelen.” Binnen zijn eigen hogeschool paste het project binnen de internationale minor. 

Groeiproces voorop 

In zes tot zeven weken wisselen studenten informatie en ervaringen uit en bespreken hoe ze wereldburgerschap in het onderwijs kunnen brengen. Frans: “De inhoud is deel van het project, maar het groeiproces is veel belangrijker. Wat leren ze van het contact? Ik zeg van tevoren altijd: als je geen problemen tegenkomt, heb je niets geleerd. Dat helpt als verwachtingsmanagement. Hoe los je het op als iets niet lekker loopt? Soms kan dat niet, maar ook daar leer je van. Dan weet je wat niet werkt.” 

In totaal doen jaarlijks zo’n vijftig tot zeventig studenten mee, verdeeld over kleinere groepen. “De laatste keer hadden we twaalf groepen van vijf studenten”, vertelt Frans. “Een-op-een-contact is te kwetsbaar en we maken de groepen van tevoren, zodat we gelijk kunnen beginnen. Het begint met een eerste kennismaking en online introductie. Waar kom je vandaan? Hoe kijkt jouw land naar onderwijs en wat kom je tegen in de praktijk?” Tijdens die eerste bijeenkomst maken ze ook een planning voor de online vergaderingen. 

Contact en samenwerking 

De studenten komen vervolgens eens per een of twee weken online bij elkaar. Ze kiezen een van de Sustainable Development Goals om verder uit te diepen. Op het eind presenteren ze de resultaten aan elkaar. “De doelen geven inhoudelijk richting aan het project, maar het gaat er vooral om dat ze elkaar spreken. Het contact en de samenwerking is het belangrijkste in het project.” 

Het project loopt nu vijf jaar met Italië en drie jaar met Zuid-Afrika. Hoe de studenten het project ervaren is heel verschillend. Frans: “Sommige studenten stappen er na afloop direct uit, terwijl anderen contact willen houden. Als het contact blijft, zijn dat toevallige, fijne opbrengsten. Vaak nemen studenten de contacten mee naar de school waar ze werken en doen er daar iets mee.” Na de projectperiode werken de HvA-studenten de gepresenteerde ideeën uit tot lessen op school. 

Reflectie is beoordeling 

Als studenten niet enthousiast zijn, komt dat vaak door de moeilijkheid om afspraken te maken. “Veel Nederlanders vinden het vreselijk als iemand pas na een half uur online komt, Italianen zijn daar makkelijker in. Het kan vervelend zijn, maar het is ook leerzaam. Wat doe je ermee? Wat doet het met jou? Hoe ga je hiermee om? En waarom vind je het zo belangrijk? Wat ik beoordeel, is de reflectie: in hoeverre gaan studenten zichzelf deze vragen stellen?” 

De meerwaarde van het project is volgens Frans de confrontatie met andere culturen en de ontwikkeling van wereldburgerschap. “In hoeverre durf je van eigen erf af te gaan? Van de twintig studenten binnen de HvA-minorgroep ontdekken er gemiddeld zo’n twee dat het niks voor ze is en vijf tot zes studenten vinden het fantastisch.” Niet alleen de studenten leren met en van elkaar, ook Frans heeft er veel van geleerd. “Ik leer elke dag van dit soort dingen. Als lerarenopleider heb ik ook van alles geleerd van de cultuur en gebruiken van de opleiders in een ander land.” 

Kwaliteitslabel 

Nu hij met pensioen is, moet hij het loslaten. Het project is verankerd binnen de minor van de HvA en kan door. “Al het werk heeft zijn vruchten afgeworpen, daar ben ik van overtuigd. Ook de toekenning van het Quality Label heeft positief bijgedragen. Het is leuk dat je wordt gezien en de vermelding in de nieuwsbrief van de hogeschool heeft het project meer bekendheid gegeven.” Tijdens zijn pensioen wil Frans naar Italië. “De afgelopen jaren heb ik veel geleerd over de taal en de cultuur en ik zou graag bij de lerarenopleiding gaan kijken. Een fysieke ontmoeting maakt de band nog hechter.” 

 Tips van Frans 

  • Neem de tijd om kennis te maken, zeker anderhalf uur. Ga niet meteen naar de inhoud. Bouw eerst een relatie op, dan kun je pas samenwerken. 
  • Zorg voor goede ice breakers met vraagspellen als: welke sleutels heb je, hoe ga je naar school, wie zijn je vader en moeder? 
  • Geef uitgebreid ruimte voor de momenten dat studenten met elkaar kunnen spreken, die zijn heel waardevol. 
  • Gebruik een boek als The Culture Map van Erin Meyer voor de theorie. De hoofdstukken belichten diverse aspecten vanuit verschillende culturen, bijvoorbeeld hoe je beslissingen neemt of hoe je omgaat met kritiek. 
  • Bekijk je vak eens met een andere bril. Voor lerarenonderwijs is het goed om te begrijpen hoe cultuur werkt. 
  • Geef bekendheid aan je project en eventuele erkenning. Het is heel Nederlands om niet met awards te koop te lopen, maar toch is het goed om dat te doen. 

 

eTwinning Student Teachers Group 

Deze groep is voor leraren-in-opleiding die zich hebben ingeschreven voor eTwinning. Maak gebruik van eTwinning tijdens je stage, als leerkracht of als student. Verrijk jouw lessen met eTwinning en werk samen met klassen elders in Europa. 

eTwinning Student Teachers Group | European School Education Platform 


eTwinning for Future Teachers 

Deze groep is voor lerarenopleiders die werken voor Initiële Lerarenopleidingen (ITE). Lerarenopleiders kunnen hun studenten meer bewustmaken van eTwinning en leraren-in-opleiding betrekken bij korte eTwinning-projecten met andere lerarenopleidingen elders in Europa. eTwinning for Future Teachers | European School Education Platform 

 

Account aanmaken

Benieuwd geworden naar eTwinning? Maak snel een account aan via Begin met eTwinning | eTwinning